Mijn zoon, Ian (toen 7), komt thuis uit school en zoals kenmerkend voor hem valt hij met de deur in huis. Al buiten voor het raam probeert hij zijn eerste vraag te stellen. Ik probeer mezelf mentaal op te laden en open te stellen voor zijn vragenvuur.
‘Ben ik raar mama?’. Is het eerste wat hij die dag vraagt.
Ondertussen schieten zijn ogen naar het fornuis om te checken wat we eten, dan naar de klok om te zien of hij nog tv kan kijken en vervolgens naar zijn zusje om te kijken waarom die dramatisch binnenkomt. En een driftbui krijgt omdat ze haar knopen van haar spijkerjas niet helemaal zelf open kan krijgen. Want ze is immers al 3+ dan moet je dat minstens zelf kunnen volgens haar eigen opgelegde hoge lat.
Dit gebeurt allemaal in een halve minuut. Die halve minuut heb ik heel erg nodig. Ik hoor een onbegrip in zijn stem en het verlangen naar mijn antwoord. Ergens in mijn binnenste voel ik een steek. Want ‘raar’ vind ik stom. Niemand is raar. Je bent alleen niet allemaal hetzelfde. Alleen dat veroorzaakt bij 70% van de mensen helaas een error.
‘Niemand is raar lieverd, wellicht alleen anders’. Ik geef mezelf in gedachten een schouderklopje en award voor deze passende pedagogische reactie. Ik vraag aan hem waarom hij dat vraagt maar het enige wat hij hierover kan aangeven is dat hij zich anders voelt dan de rest.
Ik leg hem uit dat mensen mij ook vaak raar noemen. Te veel buiten de kaders, te uitgesproken, te luid en te druk. Maar dat ik dat besef maar dat ik mezelf niet altijd daarvoor aanpas. Het feit dat ik vroeger, en nu, raar werd genoemd helpt hem. Vervolgens buigt hij zich over het feit dat ik ongeveer 6 dagen geleden had beloofd dat we vandaag iets zouden eten maar nu eten we toch iets anders. Uiteraard laat mijn geheugen mij in de steek en heb ik werkelijk geen idee wat ik mezelf op mijn hals heb gehaald toen hij het weekmenu wilde horen.
Een paar dagen later stromen de tranen van frustratie over zijn wangen. ‘Waarom kan ik niet gewoon liegen, net zoals andere kinderen? Ik moet altijd de waarheid zeggen. Ik wil ook eens iets stiekem doen’.
Dit is algemeen bekend bij ons in huis. Wij vinden dit natuurlijk geen ramp. Want hoe fijn is het als je kind nooit iets stiekem kan doen of geheim kan houden? Maar het verdriet erom raakt mij wel. Weer iets waardoor hij zich anders voelt.
Voor ons was het normaal. Een kind dat al vroeg de oren van je hoofd vraagt, op zijn 5e Harry Potter wilt lezen, het liefst bij zijn ontbijt kwadraat-sommen doet, die zich altijd sociaal geaccepteerd gedraagt en zijn buien alleen thuis eruit laat. Een kind dat op zijn 4e zo bang was voor de trein en ontvoerd te worden en zo ver door denkt dat ik 2 nachten niet kon slapen. Een kind die altijd om half zes in de ochtend AAN is. En met aan bedoel ik ook echt aan. Een kind (toen 5 jaar) die bij een speeldate zegt : ‘Ik kan beter geen snelle suikers eten maar langzame’ of die zijn vriendje uitlegt hoe hormonen werken en wanneer ze deze kunnen verwachten.
Een kind die 1000% enthousiast is en als een jonge labrador zich stort op alles wat voorbij komt. Een zoon die al vroeg alle woorden kent en de werking van elektriciteit of mij kan vertellen hoe asfalt wordt gemaakt. Die elke dag met zoveel plezier naar school gaat, veel vriendjes heeft en zich altijd aanpast.
Een voorbeeld kind. Vol liefde en genegenheid en zijn leergierige blauwe ogen zuigen alles op.
Totdat de buien erger worden. De woede groter dan groot, zijn verdriet door je ziel snijdt en zijn tics oncontroleerbaar. Hij ligt week na week nachten wakker en maakt zich druk om dingen waar kinderen zich niet om druk horen te maken.
Onze zoon, een van de liefdes van ons leven, zat met gebalde vuisten in een restaurant chocolademelk te drinken. Hij durft niets aan te raken en moet tijdens dat 1 kopje warme chocolademelk 4x `zijn handen wassen. Zijn knokkels zaten vol met bloedende wonden van het zo vaak handen wassen.
Onze grote levensgenieter met zijn wilde witte haren en zijn prachtige open blik zat in elkaar gedoken met de wonden op zijn handen verschrikkelijk ongelukkig te zijn. Mijn gevoel op dat moment zal ik nooit meer vergeten. Alsof er iemand een deel van je hart pakt en bevriest, doorsnijdt met een zwaard en vervolgens op het vuur gooit. Alsof mijn ziel door midden werd gespleten.
Op zijn eigen verzoek en vanwege onze onrust zitten we een week later bij de dokter. Mijn kind van zeven doet het hele gesprek in zijn eentje. Hij vertelt de dokter dat hij zijn handen moet wassen omdat er wel 932827272 levensbedreigende dingen zijn die er kunnen gebeuren (deze kan hij ook allemaal opnoemen want hij heeft er nachtenlang over nagedacht). Hij geeft aan dat hij het altijd zo druk heeft in zijn hoofd. Hij vraagt de dokter om hulp want hij wilt rust in zijn hoofd.
Mijn hart zwelt op maar breekt ook. Trots omdat hij zo knap en goed zelf kan aangeven waar hij mee zit, verdriet omdat je dit geen enkel kind gunt.
Ons kind. Onze mooie zoon die ons constant verbeterd. Niet omdat hij perse irritant en betweterig wilt zijn. Gewoon omdat het in zijn hersens kortsluiting geeft als iets ‘niet klopt of correct is’. Die letterlijk honderden vragen stelt op een dag, die altijd al nadenkt over de volgende stap of het verloop van iets. Niet omdat hij niet in het nu kan genieten of ondankbaar is voor wat er nu is. Gewoon omdat de onzekerheid van het niet weten wat er volgt of gaat gebeuren hem zo onrustig maakt dat hij nergens anders meer aan kan denken. Onze mooie jongen die ons verrast met talloze feitjes die zelfs zijn vader nog niet wist, die precies aanvoelt hoe de stemming is, die alles bloed serieus neemt en zich druk maakt om alle wereldproblemen.
Onrust door dat (steeds groter wordende) lijf als zijn leerhonger niet wordt gestild. Een handvol tics die voor ons als signaleren werken. Zodat we weten dat hij even moet rennen in het bos, Chinese les moet gaan doen of even alle woede en verdriet eruit moet schreeuwen als een gewond dier.
Mijn hart is het afgelopen jaar vier keer groter geworden maar ook besef ik mij zes keer meer hoe onze lieve jongen elke dag een strijd levert met zijn eigen brein. Gelukkig zijn daar mensen die weten hoe hoog begaafde kinderen in elkaar steken en hoe hun brein op prachtige wijze werkt. Fijne therapeuten, Ian die keihard zich inzet om te begrijpen hoe zijn hersens werken maar ook die van andere leeftijdsgenoten. Een grandioze school die zich 200% inzet om naast alle extra dingen die ze al bieden voor leerlingen ook nog voor Ian passend onderwijs te bieden.
Mijn moederhart is gebroken, gelijmd, uitgeput, vastberaden en tijdelijk heeft het 1 doel. Onze mooie lieve prachtige zoon bieden wat hij nodig heeft. Liefde, rust, regelmaat, schema’s, helaas veel nee zeggen, in bescherming nemen, alle informatie voor hem voorhanden hebben, hem voorbereiden op onverwachte dingen en hem leren dat ondanks alles wat er gebeurt in het leven dat hij normaal is. Want iedereen is normaal. Het is maar hoe creatief de rest ernaar kijkt.
Ontroerend, kwetspaar en puur geschreven Manon. En Ian mag trots zijn op ouders zoals jullie ♥ ♥ ♥
Prachtig geschreven!
Ik denk dat hij boft met begripvolle ouders. Dat zal zeker niet makkelijk zijn.
Ik hoop dat hij zijn power brein voor iets heel moois kan gebruiken later.
ik sluit me volledig aan bij de reactie van Anja, geweldig geschreven en zo heerlijk puur, ben trots op je lieverd
Lieve Manon,
Jouw verhaal heeft me enorm geraakt. Wat kan jij ontzettend goed schrijven ..