‘Mamaaaa, ik ben klaar slapen’. Natuurlijk meid, dat snap ik om freaking 5:30 uur. Dit is al een tijdje aan de gang hier in huis. Door de verbouwing slaapt Polletje Pluis van 2,5 bij ons op de kamer. Geen groot succes, al vindt ze zelf van wel want heel veel extra tijd om bij mama te liggen.
Zoals bij elk goed verhaal ben ik alweer afgeleid en ik kom zo tot het moraal, beloofd!
Er is een lange tijd geweest dat ik vol enthousiasme mijn bed uit ging om om zes uur te gaan hardlopen (ja dit was voor de kids obviously). Aangezien we de laatste tijd toch ‘zo lekker wat aan de dag hebben’ ben ik weer langzaam begonnen met opbouwen.
Ik ga naar beneden, druk fluisterend omdat de Mister nog slaapt. Ondertussen kennen we het riedeltje. Een pakje rozijnen, een banaan en bewegend beeld. Als een ninja ga ik boven mijn sportkleding bij elkaar zoeken en in het half donker vind ik maar de helft. Ik begin te twijfelen om te gaan want ik ben moe. Moe van werken, verbouwen, leven en kids. Maar ik besluit toch te gaan omdat ik toch al wakker ben en zo iets nuttigs doe met de tijd.
Ik trek de voordeur dicht en sta al te kloten met mijn telefoon. Mijn telefoonhouder is spoorloos en ik doe hem in mijn sportjasje. Beide een slecht idee. Want één: het is te warm voor een jas en twee: mijn telefoon host alle kanten op. En aangezien ik maar een tikkeltje sensitief ben is dat echt de GROOTSTE error op aarde. Gefrustreerd op mezelf begin ik de straat uit te lopen.
Mijn beeld bij hardlopen in de ochtend: Een stil huis, ik die de trap af kom en zo naar buiten loop. Ik voel de koude lucht op mijn gezicht en geniet van de vogels die wakker worden. De wereld ontwaakt en ik ben er als eerste bij. Er is niemand op straat behalve een paar enthousiaste hond-eigenaren en ik hoor tijdens het hardlopen alleen mijn eigen voetstappen over het asfalt. De bladeren vallen van de bomen en je ruikt de herfst.
Nog steeds met dat beeld ga ik beginnen. Maar niet voordat ik een app (met volgers) open om mijn route te tracken. Ik kijk of mijn fitbit goed zit – want stel je voor mijn stappen worden niet vastgelegd- en ik open een andere loop app die me haarfijn mededeelt hoe ver ik nog moet en hoe sloom ik ben. Na even twijfelen open ik dan ook Spotify en zoek op ‘running songs’.
WAAR BEN IK MEE BEZIG?
Heb je mee geteld? Ik heb ondertussen 4 apps open staan, er tettert walgelijke muziek door mijn oren ‘want wellicht ren ik dan harder/beter/langer’, heb precies de verkeerde kleding aan, mijn lampjes-arm-ding zakt constant af maar oooooh wat zijn we goed bezig hoor he. ELLENDE.
Halverwege trek ik mijn jas uit. Ik loop langs de tuin van een bekende en 3 seconden lang ben ik in staat om de hele bende in de tuin te gooien en het later weer op te halen. Ik trek die stomme lampjes van mijn arm, oordoppen gaan uit, muziek zet ik op stop en ik bind mijn jas om als een bejaarde. Als je mij een beetje kent weet je dat ik weinig geduld heb voor of met stupidety. En op dit moment voel ik me de grootste ezel op aarde.
Waar is dat kalme en sterke gevoel dat ik krijg van sporten? Waar is het stukje gebleven dat alleen ik en de toevallig passanten weten dat ik op straat loop in een paarse tijgersportbroek. Het is vervangen door prestatiedrang, 4 apps, gevoel van falen en het vooral op elk mogelijke manier deze loop te registeren.
En in al die chaos ben ik vergeten het zelf te registreren. Om te voelen en te luisteren. Naar mijn lijf, ademhaling en de wereld om mij heen.
Ik doe alles uit en af, zet mijn profiel op prive en ontvolg mijn sportvrienden. Want hoe ver en hoe vaak een ander loopt maakt niet uit. Het is een prachtig iets om te zien dat er bij de ander zoveel gesport wordt en er progressie is. Maar voor nu kies ik voor mezelf. Ik ben mezelf verloren in een vergelijkingsstrijd. En dat ligt geheel bij mij. Ik ben een belangrijke afspraak vergeten die ik maakte tijdens mijn burn-out.
Blijft dicht bij jezelf. Wees jezelf er zijn al zoveel anderen.
Mijn hart en mind voelen zich bevrijd. Ik ga rennen. Gewoon rennen omdat ik er nu zin in heb. Ik voel de wind ineens langs mijn gezicht, de kou doet mij goed. Ik hoor de vogels fluiten en met elke voetstap die ik op het asfalt hoor voel ik de kracht groeien. Ik ben genoeg.
Mooi, eerlijk verhaal Manon, en leuk geschreven heerlijk om te lezen.